Ontvangst verzoek om informatie

Terug naar beslisboom

Verzoeken om informatie komen iedere dag, op verschillende manieren binnen bij overheidsorganisaties. Het is van belang om te onderkennen welk wettelijk kader nu geldt voor de afhandeling van zo’n verzoek om informatie. Niet altijd volgt dat wettelijk kader, de grondslag van het verzoek, uit het verzoek zelf. Het is dus zaak om het verzoek indringend te lezen en zo nodig vragen te stellen aan degene die het verzoek doet. Voor dit stappenplan is van belang om de vraag te beantwoorden of de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) het kader is waarbinnen het verzoek wordt gedaan en dus het kader vormt voor de wijze van het afhandelen van het verzoek.

De ontvanger; bestuursorgaan

Bepalend voor de vraag of de Wob van toepassing is, is ten eerste of u werkzaam bent c.q. het verzoek gericht is aan een bestuursorgaan (artikel 1a) of een onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf (artikel 3). Wat de bestuursorganen betreft, weet u dat waarschijnlijk zelf direct te beantwoorden. Uit de jurisprudentie volgt in ieder geval uiteraard dat het moet gaan om bestuursorganen zoals bedoeld in artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit volgt ook expliciet uit artikel 1a van de Wob. Jurisprudentie heeft daar verder invulling aangegeven door bijvoorbeeld te bepalen dat een bezwaarschriftencommissie te 'Wobben' is, evenals bijvoorbeeld een directeur van een basisschool of de ANWB om maar iets bijzonders te noemen. Niet geconfronteerd met een Wob-verzoek kan worden: de koning, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten of de luchthaven Schiphol.

De ontvanger; instelling, dienst of bedrijf

Zeker de toevoeging in artikel 3 dat een Wob-verzoek ook gericht kan worden aan een “onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf”, maakt dat de vraag die u moet beantwoorden niet altijd eenvoudig is. De jurisprudentie heeft over dit criterium bepaald dat vooral de overwegende invloed, de gezagsrelatie die tussen deze instelling en het bestuursorgaan aanwezig is, bepalend is of de vraag of van zo’n instelling, dienst of bedrijf sprake is. Zo bleek bijvoorbeeld dat ProRail, hoe zeer zij ook een nauwe relatie hebben met de minister van Infrastructuur & Waterstaat, niet onder verantwoordelijkheid van de minister vallen. Als sprake is van een mandaatrelatie, is daar weer wel sprake van. Zo bleek dat bijvoorbeeld uit een uitspraak over het Pensioenfonds Algemeen Burgerlijk Pensioenfond (het ABP).

Belang van noemen van de Wob (maar niet doorslaggevend)

Verder lijkt inmiddels duidelijk dat het verzoek gericht zijn op openbaarmaking voor een ieder, en dus niet bijvoorbeeld het louter zelf kunnen inzien, het ter inzage leggen of een kopie krijgen voor eigen gebruik ten behoeve van een lopende juridische procedure. In dat kader lijkt wel relevant dat als iemand een dergelijk verzoek toch indient met een beroep op de Wob, dat het dan ook daadwerkelijk een Wob-verzoek is. Die duidelijkheid gaf de Raad van State op 20 mei 2020 (zie deze update en deze annotatie):

  1. Met een beroep op de Wob vragen om informatie bij de overheid levert een Wob-verzoek op. Eigen belang of een andere procedure maken niet uit. Ook niet als de informatie toch te verkrijgen is via procesrechtelijke regelingen zoals de Awb of Rv.
  2. Uitzondering hierop:
    1. aard verzoek: inzage in eigen dossier of persoonsgegevens (zie bijvoorbeeld deze annotatie en dit artikel)
    2. inhoud verzoek: alleen vragen stellen (zie deze update) of informatie over een procedure waarin iemand belanghebbende is
    3. uitlatingen verzoeker: uitdrukkelijk verzoek om alleen aan verzoeker bekend te verstrekken
De uitzonderingen behoeven een gedegen motivering.

Ook moet het zien op informatie die neergelegd is in specifieke documenten (artikel 1). Onder dit begrip vallen bijvoorbeeld ook WhatsApp of SMS-berichten.

Het onderwerp van het verzoek waarover informatie wordt opgevraagd, is ook van groot belang. Dat onderwerp laat zich in de Wob omschrijven als “de bestuurlijke aangelegenheid” (artikel 1). Uit de jurisprudentie volgt dat dit begrip zeer ruim wordt uitgelegd en dat het eigenlijk gaat om het openbaar bestuur in al zijn facetten. Daaronder vallen niet specifieke onderzoeksgegevens van wetenschappers die werken bij een bestuursorgaan.

Mogelijke reacties

Elektronische weg niet open; maken voorgaande aspecten duidelijk dat sprake is van een Wob-verzoek maar is het verzoek elektronisch ingediend, terwijl die weg niet is opengesteld, dan dient het verzoek te worden geweigerd met de mogelijkheid om het gebrek te herstellen.

Andere reacties; Leidt het voorgaande ertoe dat u denkt dat geen sprake is van een Wob-verzoek, maar bijvoorbeeld een verzoek om inzage op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) of gewoon een vraag om toezenden van al openbare informatie of enkel het stellen van simpele vragen, dan gaat u door naar stap 1a. Is sprake van een Wob-verzoek en is ook meteen duidelijk waar het verzoek op ziet, dan gaat u door naar stap 1b. Is het duidelijk dat het gaat om een Wob-verzoek maar is de precieze omvang, de reikwijdte of het onderwerp u niet helemaal duidelijk, dan gaat u door naar stap 1c.

 

Meer lezen over Wob-verzoeken