Onduidelijk verzoek?

Wet Open Overheid 

Terug naar stroomschema

Op de verzoeker rust de plicht om zijn verzoek duidelijk te formuleren. Hij moet de aangelegenheid omschrijven of het document dat hij wil hebben (artikel 4.1, eerste en vierde lid). Vooral bij het eerste – verzoeker omschrijft een aangelegenheid – is nogal eens sprake van een onduidelijk verzoek. De verzoeker heeft een bepaald beeld van de informatie die hij wil hebben maar de organisatie gebruikt misschien andere woorden, een andere rubricering etc. 

Preciseringsverzoek

Dat vraagt om overleg. De Wet open overheid gaat er van uit dat dit overleg binnen twee weken na ontvangst van het verzoek wordt opgestart (artikel 4.1, vijfde lid). De hoop is natuurlijk dat dit overleg tot preciseren een positief resultaat oplevert. Dan gaat de procedure van het afhandelen van het verzoek verder. U doet er goed aan de uitkomst van het overleg goed vast te leggen. Zodoende is ook later in het proces duidelijk wat de omvang van de aanvraag is. U kunt dit doen door een en ander op te nemen in het uiteindelijke besluit.

Bij de e-learning EHBWOO dienen voor de stappen hiervoor omschreven een aantal modellen en bouwstenen:

Bouwsteen preciseringsverzoek

Bouwsteen voldoende precisering

Model 2 preciseringsverzoek

Buiten behandeling laten

De Woo geeft een bevoegdheid aan het bestuursorgaan tot het buiten behandeling laten van het verzoek of het (gedeeltelijk) weigeren van het verzoek (artikel 4.1, zesde lid). 

Bij de e-learning EHBWOO dienen voor de stappen hiervoor omschreven een aantal modellen en bouwstenen:

Model 3 Besluit onvoldoende preciseren